Een van de leuke dingen aan het werk vind ik dat het nooit zo makkelijk of eenvoudig is als het lijkt. Juist om dan te onderzoeken, wat maakt nou dat deze dingen zo moeilijk gaan? Vaak speelt er zoveel angst. En als je daar bij mag komen, als iemand daar inzicht in wil geven, dan kom je vaak ergens. En als dat lukt vind ik dat heel tof.
Ik vind ook heel tof dat je met heel veel verschillende soorten mensen werkt, je komt op alle plekken die je maar kan bedenken. Fijne plekken, maar ook hele schrijnende plekken. Dat vind ik er heel mooi aan. Er was een vader die zijn kindje nog nooit had gezien. Toen het was gelukt om een foto van de moeder te krijgen was hij dolgelukkig. Hij had eindelijk een gezicht bij zijn kindje. Dat is supertof, als je dat voor elkaar kan krijgen.
Het is echt wel een uitdaging dat je continu opnieuw de samenwerking aan moet gaan. En dan weer de verbinding aangaan en het vertrouwen opnieuw krijgen om samen te werken aan hetzelfde doel. Dat vind ik eigenlijk wel de mooiste uitdaging in het werk. Steeds opnieuw. Dat gaat ook niet vervelen. Dat maakt dat ik hier al heel lang werk en ook heel lang hier nog wil blijven werken.
Ik ben er trots op dat we doorgaan, ook als het moeilijk is en als iemand nergens anders hulp kan krijgen. Wij gaan veel langer door. Dat maakt dat je soms in moeilijk vaarwater komt, maar ook dat je daardoor echt iets kan opbouwen met de cliënt.
We vieren echt succesjes met elkaar. Dat kunnen soms hele kleine succesjes zijn, zoals dat een kind ergens is aangenomen of als de hulpverlening eindelijk is gestart. Of dat een kind zijn vader na 3 jaar weer kan zien. Dat soort succesjes, die aangepaste kleine resultaten, daar doe je het voor. Als het lukt voor kinderen een dagbesteding te regelen, terwijl het eerst leek alsof er nergens een geschikt plekje voor ze was.
Ik heb wel eens 3 jaar achtereen schoolfoto’s van een kindje gezien dat ik begeleidde. Ik zag hem van een dof jongetje veranderen in een stralend kind na 3 jaar. Dat is eigenlijk het mooiste resultaat wat je kunt zien of wensen. En dat had ik niet gedaan, dat hadden zijn ouders gedaan. En zij zagen dat ook. Dus samen met zijn ouders konden we kijken naar die foto’s en zeggen: “Wat een ander kind zien we hier”.
Soms kan je ook een netwerk bij een gezin betrekken, zoals opa’s en oma’s die er voor het kind willen zijn. Ik hoorde net een verhaal van een zus of tante die zegt: Ik maak me zorgen over een familiedrama. Dan moet je heel voorzichtig laveren om de veiligheid te bewaren. Maar als het dan lukt om zo’n kind in bescherming te brengen, dan is dat het grootste succes wat er is. Als je met elkaar een plan kan maken om uiteindelijk de veiligheid wel te kunnen waarborgen, dat is heel waardevol.